Train To Score biedt jeugdtrainers individuele begeleiding en interactieve bijscholingen met veel praktijkvoorbeelden.
Onze begeleidings- en scholingsmomenten zijn erkend door de KNVB en worden door een professionele Train To Score docent gegeven.
Door de erkenning leveren de begeleidings- en scholingsmomenten licentiepunten op voor alle trainers met een trainerslicentie.
De Train To Score docenten zijn werkzaam als voetbaltrainer, en afgestudeerd in een studie waarbij het (bewegings)gedrag en de psychologie van kinderen een grote rol speelt.
Train To Score is een snelgroeiende opleider van individuele begeleiding en scholingen aan jeugdtrainers. Wij zijn gespecialiseerd in het koppelen van gedragsmatige en leeftijdsspecifieke kenmerken van kinderen (fysiek, sociaal-emotioneel, cognitief en motorisch) aan het opleiden van jeugdspelers. In onze individuele begeleiding en (bij)scholingen zijn wij uniek.
Al onze scholingsmomenten zijn ontwikkeld vanuit de kennis die wij bij het opleiden van jeugdspelers en onze dagelijkse werkzaamheden met kinderen hebben opgedaan. Onze ondersteuning sluit aan bij de groeiende vraag van jeugdtrainers naar het verkrijgen van gedragsmatige en leeftijdsspecifieke handvatten in de begeleiding van jeugdspelers. Train To Score is geschikt voor elke jeugdtrainer en voetbalvereniging die in de toekomst wil investeren .
In de individuele begeleiding werken de Train To Score docenten online samen met jeugdtrainers. Tijdens deze contactmomenten ontwikkelt een jeugdtrainer onder begeleiding van de Train To Score docent zelfstandig een passende voetbaltraining. In deze voetbaltraining wordt de nadruk gelegd dat de leerdoelen passen bij de leeftijdsspecifieke kenmerken, en hoe coachopmerkingen in een begrijpelijke positieve (voetbal)taal aan een jeugdspeler te communiceren. Op het sportcomplex van uw eigen voetbalvereniging vinden de scholingen van de jeugdtrainers plaats.
Wij werken hard aan onze missie: ieder kind staat met een glimlach op het voetbalveld. Of dit nu gaat om een individuele begeleiding, een scholingsmoment tijdens een train-de-trainer bijeenkomst of een maatwerktraject. Wij bieden een optimale ondersteuning. Train To Score staat voor zelfregie in de ontwikkeling van een jeugdtrainer waarbij de jeugdspeler altijd centraal staat.
Bij het optimaal nastreven ven een leerproces geven leerdoelen richting aan het bereiken van een beoogd eindresultaat. In het maken van een ontwikkeling behoren leerdoelen acceptabel en realistisch te zijn. Ook moet het kinderbrein dermate ontwikkeld zijn dat een leerdoel haalbaar is. Een leerdoel is passend wanneer het aan de leeftijdsspecifieke kenmerken van (jeugd)spelers wordt gelinkt. Hierdoor worden leerdoelen van (jeugd)spelers haalbaar en kan een stapsgewijze voortgang in het leerproces worden nagestreefd. De leeftijdscategorie heeft daarmee een grote invloed op een leerdoel.
Bij het aanleren van ‘het overspelen’ moeten (jeugd)spelers verschillende voetbalhandelingen uitvoeren. Te denken valt aan het kijken naar een afspeeloptie, passen en aannemen van de bal. De cognitieve (hersen)ontwikkelingen van (jeugd)spelers tot ongeveer 9 jaar zijn op dat moment gericht op individuele handelingen. Wanneer twee (jeugd)spelers van een jaar of 7 aan één tafel met Lego spelen er doorgaans naast elkaar in plaats van met elkaar wordt gespeeld. De cognitieve (hersen)ontwikkeling van de oudere leeftijdscategorieën hebben een ontwikkeling doorgemaakt en zijn toe aan het samenwerken met anderen. (Jeugd)spelers van een jaar of 10 zullen aan dezelfde tafel met elkaar een bouwwerk van Lego maken.
De leerdoelen in de leeftijdscategorie tot en met onder 9 zijn daarom ook gericht op de individuele handelingen. Dit maakt dat het leren dribbelen en gelijktijdig over de bal kijken in deze leeftijdscategorie een passend individueel leerdoel is. In het leerproces wordt de (jeugd)speler voorbereidt op om op een passend moment een vervolg te geven in het bereiken van het eindresultaat, namelijk ‘het leren overspelen’. Door als individu goed over te bal te kunnen kijken worden afspeelopties zichtbaar. Op een latere leeftijd zal dezelfde (jeugd)speler leren samen te werken met de zichtbare afspeeloptie. Het leerproces krijgt daardoor voortdurend een stapsgewijze ontwikkeling die gelinkt is aan de cognitieve (hersen)ontwikkeling van (Jeugd)spelers om daarmee een eindresultaat te bereiken.
Tijdens de workshop behandelde onderwerpen:
In de workshop leert de deelnemer:
Door de workshop merkt de (jeugd)speler:
In de communicatie is het belangrijk dat een jeugdspeler de jeugdtrainer begrijpt. Zonder een duidelijke boodschap te begrijpen stagneert het leerproces. Onduidelijke bedoelingen kunnen verwarring saaien waardoor jeugdspelers handelingen uitvoeren die afwijken van het leerdoel. Daardoor is het van belang tijdens een leerproces in een begrijpelijk (non)verbale taal te communiceren. In een begrijpelijke taal hebben alle gesprekspartners dezelfde verwachting van de (non)verbale communicatie.
Tijdens het communiceren met jeugdspelers kunnen voetbaltermen verwarrend zijn. Gedacht kan worden aan de voetbaltermen ‘knijpen’ of ‘gooi de bal voor het doel’. De voetbalterm ‘knijpen beoogt het sprinten richting de bal of naar een ruimte. Wanneer een jeugdtrainer van een jeugdspeler verwacht te gaan knijpen is het denkbaar dat de tegenstander in sommige leeftijdscategorieën een blauwe knijpplek krijgt. Bij de voetbalterm ‘gooi de bal voor het doel’ is het mogelijk dat de jeugdspelers uit de jongste leeftijdscategorie de bal in de handen oppakken om vervolgens met een slingerworp voor een doel gooien. In de plaats van de beoogde voorzet levert dat vanwege hands een vrije bal voor de tegenstander op. Vertaalt in een begrijpelijke (kinder)taal zou de jeugdtrainer ervoor kunnen kiezen ‘sprint naar de bal’ of ‘schiet de bal naar een medespeler in de buurt van het doel’ te coachen.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de trainer:
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
Deze bijscholing wordt uitsluitend gegeven als vervolg op de bijscholingen ‘(1) Leeftijdsspecifieke kenmerken van kinderen’en ‘(2) Begrijpelijk communiceren van complexe (voetbal)taal’.
In de voorgaande twee bijscholingen hebben de jeugdtrainers geleerd specifieke leerdoelen te ontwikkelen die in lijn liggen bij de cognitieve (hersen)ontwikkeling, en toe te passen in het leerproces van de jeugdspelers. Ook hebben de jeugdtrainers geleerd specifieke voetbalhandelingen te herkennen en in een begrijpelijke positieve (voetbal)taal aan jeugdspelers over te brengen. De praktijkervaring laat zien dat jeugdtrainers het zelfstandig ontwikkelen van een voetbaltraining als lastig wordt ervaren. jeugdtrainers ervaren uitdagingen passend leerdoel te ontwikkelen waarbij coachopmerkingen in een begrijpelijke positieve (voetbal)taal worden gecommuniceerd.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de jeugdtrainer:
Deze individuele online begeleiding wordt uitsluitend gegeven als ondersteuning op de bijscholingen ‘Leeftijdsspecifieke kenmerken van kinderen’, ‘Begrijpelijk communiceren van complexe (voetbal)taal’ en ‘(1) Leeftijdsspecifieke kenmerken en ‘(2) begrijpelijk communiceren van complexe (voetbal)taal in de praktijk’’.
Om een vaardigheid optimaal te laten beklijven is het noodzakelijk een vaardigheid regelmatig te trainen. Alleen dan kan de vaardigheid een optimale ontwikkeling doormaken. Wanneer na een training iedere jeugdspeler 100 vrije ballen neemt zal de vrije bal uiteindelijk beter genomen worden. Door zelf meer voetbaltrainingen te ontwikkelen zal de jeugdtrainer uiteindelijk zichzelf verbeteren het zelfstandig maken van een passende voetbaltraining.
Tijdens periodieke online begeleidingsmomenten (Teams) zullen één of meerdere jeugdtrainers (maximaal 3) gedurende het seizoen tweemaal of 4-wekelijks samen met de docent een training ontwikkelen. Gedurende de individuele begeleiding wordt de nadruk gelegd op het zelfstandig maken van voetbaltrainingen waarbij leerdoelen passen bij de leeftijdsspecifieke kenmerken en coachopmerkingen in een begrijpelijke positieve (voetbal)taal worden gecommuniceerd. De lesstof uit de voorgaande workshops worden tijdens deze individuele begeleidingsmomenten voortdurend herhaalt. Ook worden elementen uit de andere workshops aangestipt. Door de herhalingen beklijft het geleerde beter bij de jeugdtrainer.
Bij deze scholing krijgt de jeugdtrainer inloggegevens voor de bibliotheek van Train To Score. In de bibliotheek zijn ondersteunende handreikingen te vinden zoals achtergrondinformatie over de leeftijdsontwikkelingen van kinderen, een invulformulier voor het uitschrijven van een training, oefenvormen voor alle leeftijdscategorieën en een vertaling van complexe (voetbal)termen naar een begrijpelijke taal.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen (bij herhaling):
In de bijscholing leert de jeugdtrainer (bij herhaling):
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
Gedrag bestaat uit verschillende (on)zichtbare of (on)bewuste acties. Sommige gedragingen worden vaak als onbegrijpelijk ervaren, zoals een opstandige en liegende puber. Daarentegen wordt het gedrag van een luisterende en behulpzame tiener doorgaans als prettig en begrijpelijk beschreven.
Alle gedragingen lokken voortdurend een reactie uit. Het is denkbaar dat de opstandige en liegende puber een dwingende of controlerende reactie bij een ander uitlokt. Gedrag kan vanuit verschillende invalshoeken worden verklaard. Te denken valt aan het gedrag dat ontstaat bij een ontwikkelingsstoornis (autisme) of puberende kinderen (puberbrein). Ook kan worden gedacht aan individuele gedragingen tijdens een teamontwikkeling (fasemodel Tuckman) en zodra gevoelens door eerdere ervaringen ontstaan.
Veel gedragingen komen voort uit een gebeurtenis die een bepaalde gedachte oproept. De gedachte veroorzaakt vervolgens een bepaald gevoel. Het gevoel beïnvloedt het gedrag. De uiting van het gedrag zal ten slotte het gevolg bepalen. Een passend voorbeeld is een jeugdspeler die morgen een belangrijke wedstrijd speelt. Vorig seizoen speelde deze jeugdspeler tegen dezelfde tegenstander een uitermate zwakke wedstrijd. De negatieve gedachte kunnen vervelende gevoelens geven. De vorige wedstrijd speelde deze jeugdspeler immers erg zwak. Tijdens de wedstrijd is de onzekerheid terug te zien in het onzekere (voetbal)gedrag waardoor de jeugdspeler bekrachtigd in zijn gedachten en wederom zwak speelt.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de jeugdtrainer:
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
Onderzoek wijst uit dat mensen effectiever een leerproces doormaken wanneer aandacht wordt besteed aan kwaliteiten en positieve ervaringen. Door de aandacht de besteden aan kwaliteiten en positieve ervaringen wordt de nadruk gelegd op positieve emoties, zoals plezier en hoop (perspectief). Het menselijke brein opent dan de een grotere ruimte waarin gegroeid kan worden.
Door in de ontwikkeling van jeugdspelers de nadruk te leggen op de handelingen die nodig zijn bij het bereiken van een eindresultaat wordt de nadruk gelegd op positieve kwaliteiten of eerdere ervaringen. Daardoor ervaart de jeugdspeler een veilige en prettige leeromgeving. Gedacht kan worden aan een jeugdspeler die zonder te kijken de bal naar een tegenstander passt. Door de desbetreffende jeugdspeler te coachen over de bal heen te kijken zodat afspeelopties zichtbaar worden coacht de jeugdtrainer met een positieve insteek gericht op de voetbalhandelingen die nodig zijn een resultaat te bereiken. De jeugdspeler zal daardoor een positieve handreiking ervaren en daardoor in een veilige omgeving een leerproces ervaren.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de jeugdtrainer:
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
In het aanleren van nieuw (gewenst) gedrag beklijft het geleerde beter wanneer iemand in het zichzelf willen ontwikkelen zelfregie ervaart, en het geleerde onbewust is aangeleerd. Om een optimale ontwikkeling door te maken zal diegene zichzelf eigenaar moeten voelen van de gewenste verbetering(en). Het eigenaarschap stimuleert de persoonlijke intrinsieke motivatie in het zichzelf willen verbeteren. Wanneer een rechtsbenige jeugdspeler zelf geen motivatie heeft een pass met het linkerbeen te willen verbeteren zal het leerproces minder snel verlopen.
De jeugdtrainer kan de intrinsieke motivatie stimuleren door de jeugdspeler uit te lokken een pass met het linkerbeen. Te denken valt aan een oefenvorm waarbij het doelpunt alleen telt wanneer in de periode van balbezit minstens één pass met het linkerbeen moet zijn voorafgegaan. Ook kan worden gedacht aan een uitdagende spelvorm waarin jeugdspelers zelfstandig individuele doelstellingen formuleren en koppelen aan een gepersonaliseerde ‘fut card’. In een ‘fut card’ neemt de beoordeling toe wanneer doelstellingen worden bereikt. Hoe meer doelstellingen zijn behaald des te hoger de beoordeling van de ‘fut card’. Na het formulieren van de doelstellingen bepaalt de jeugdspeler zelf wanneer aan welke doelstelling gewerkt gaat worden. Het is denkbaar dat de jeugdspeler een voetbalhandeling in relatie met een linkerbeen als doelstelling formuleert zoals ‘in een wedstrijd pass ik drie keer met mijn linkerbeen’. Daardoor stimuleert een creatieve spelregel of een spelvorm de intrinsieke motivatie van de jeugdspeler.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de jeugdtrainer:
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
In een leerproces wordt de manier waarop de leerontwikkeling beschreven om daarmee specifieke leerdoelen te bereiken. Binnen een leerproces zal een geleidelijke verandering in houding en gedrag waarneembaar moeten worden. De verandering zal worden veroorzaakt wanneer een verandering succesvol is aangeleerd. De aangeleerde verandering beklijft beter wanneer zelf oplossingen worden ontdekken, experimenteren en/of door het gedrag van anderen te kopiëren. Ook worden doorgaans betere keuzes gemaakt wanneer een uitleg positief wordt gegeven.
Binnen een jeugdopleiding is het uitgangspunt jeugdspelers tijdens een leerproces tot een ontwikkeling te laten komen. In het leerproces van de jeugdspeler heeft de omgeving een belangrijke bijdrage in het beïnvloeden van het leerproces. Te denken valt aan een jeugdtrainer, ouder en/of leider. Het is daarom belangrijk dat alle betrokkenen het gedrag laten zien naar wat nodig is bij een (onder)steunende rol in het versterken van het leerproces. Hierbij kan gedacht worden aan het vergroten van het bewustzijn bij de betrokkenen dat het leerproces wordt belemmerd wanneer een jeugdspeler voortdurend gecoacht wordt in wat de betrokkene graag wil zien. Het leerproces van een jeugdspeler groeit wanneer oplossingen zelf worden ontdekt en ruimte wordt geboden zelfstandig te experimenteren.
In de workshop leren de jeugdtrainers, ouders en leiders wat jeugdspelers nodig hebben een leerproces door te maken. De jeugdspeler merkt meer ruimte te krijgen in het zelfstandig ontdekken van creatieve oplossingen.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de jeugdtrainer:
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
Gedrag bestaat uit een verzameling van zichtbare handelingen zoals lopen of rennen. In algemene zin is een keuze het eindresultaat van een cognitief proces waarbij meerdere keuzemogelijkheden tegen elkaar worden afgewogen. Een gemaakte keuze krijgt meestal een vervolg doordat uit de veranderde situatie een nieuwe selectie van meerdere keuzemogelijkheden ontstaat. De keuze van gedrag te veranderen wordt vaak automatisch en onbewust gekozen.
Op veel onverwachte momenten is het wenselijk snel te kiezen uit de verschillende gedragskeuzes. Gedacht kan worden aan een situatie waarbij een jeugdspeler in balbezit is en door meerdere spelers van de tegenstander plotseling wordt ingesloten. Ook kan worden gedacht aan een jeugdspeler die een breedtepass onderschept en plotseling oog in oog komt te staan met de keeper van de tegenstander. Dergelijke situatie komen vaak voor en het maken van een oplossingsgerichte keuze is dan wenselijk.
In het oplossen van spelsituaties maken jeugdspelers voortdurend bewuste of onbewuste keuzes. Een bewuste keuze wordt vanuit het bewuste brein gemaakt. Bij een bewuste keuze weegt een jeugdspeler eerst de keuzemogelijkheden tegen elkaar af, voordat een oplossing wordt uitvoert. Een onbewuste keuze wordt vanuit het on(der)bewuste brein gemaakt. Bij een onbewuste keuze wordt de oplossing uitgevoerd zonder eerst andere mogelijkheden tegen elkaar af te wegen. Ten opzichte van het bewuste brein heeft het on(der)bewuste brein een grotere opslagcapaciteit. Het on(der)bewuste brein kent daardoor enerzijds meer mogelijkheden oplossingen op te slaan, en heeft anderzijds minder afwegingsmomenten.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de jeugdtrainer:
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
Een voetbalteam bestaat uit een verzameling individuen. Ieder individu heeft eigen specifieke kwaliteiten en eigenschappen. Om tot een maximale teamprestatie te komen werken alle individuen binnen een team samen. Door het optimaal benutten van elkaars kwaliteiten wordt het best mogelijke teamresultaat nagestreefd.
Binnen ieder team komt het voor dat spelers onderling op elkaar reageren. In een ideale (voetbal)wereld accepteren spelers de onderlinge reactie van elkaar, waardoor de teamprestatie verbetert. Ondanks alle welwillende intenties zijn er situaties denkbaar dat een reactie tot een vermindering van de teamprestatie leidt. Te denken valt aan een boze reactie op een coachopmerking waardoor spelers onderling geïrriteerd raken. Tot het irriterende moment kon de geïrriteerd geraakte speler de aandacht volledig wenden aan het uitvoeren van de individuele voetbalhandelingen. Na het irriterende moment verdeeld de speler de aandacht onbewust over twee situaties, te weten: 1) de irritatie en 2) het uitvoeren van de individuele voetbalhandelingen. Het irriterende moment leidt daarmee tot een afname van de concentratie en tot een vermindering van de teamprestatie.
Het teamresultaat wordt beter wanneer spelers onderling weten hoe iemand in (voetbal)situaties denkt, waarom deze gedachten ontstaan, wat diegene dan voelt en hoe een speler op dat moment reageert. Deze kennis helpt spelers eenvoudiger de gevolgen van een reactie te overzien en ook beter in te schatten hoe men een teamgenoot tijdens (voetbal)situaties kunnen helpen. Daardoor kunnen de spelers geconcentreerd blijven op het optimaal uitvoeren van de voetbalhandelingen waardoor het best mogelijke teamresultaat het logische gevolg is.
Tijdens de workshop behandelde onderwerpen:
In de bijscholing leert de jeugdtrainer:
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
Een bijscholing kost € 30,50 per deelnemer.
Voor iedere voetbalvereniging bedraagt de minimale prijs € 242,- en zal nooit meer zijn dan € 363,-
De 4-wekelijkse individuele begeleiding kost € 107,50 per jeugdteaminschrijving bij de KNVB. De minimale prijs bedraagt € 1.182,50 en zal nooit meer zijn dan € 2.150,-. Bij deze prijs zijn twee bijscholingen naar keuze inbegrepen.
Wij komen graag in contact om onze dienstverlening te bespreken.
joost@traintoscore.com
+31 612102857
Traintoscore.com
Entinge 34
9472 XK Zuidlaren
Copyright 2023 – Traintoscore.com
Uitgegeven in eigen beheer
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.