Train To Score biedt (jeugd)trainers in alle sporten individuele begeleiding en interactieve bijscholingen met veel praktijkvoorbeelden.
Onze begeleidings- en scholingsmomenten zijn erkend door de KNVB en NOC*NSF. De begeleidings- en scholingsmomenten worden door een professionele Train To Score docent gegeven.
Door de erkenning leveren de begeleidings- en scholingsmomenten licentiepunten op voor alle trainers met een KNVB voetbalcoachlicentie.
De Train To Score docenten zijn werkzaam als sporttrainer, en afgestudeerd in een studie waarbij het (bewegings)gedrag en de psychologie van jeugd een grote rol speelt.
Train To Score is een opleider van individuele begeleiding en scholingen aan (jeugd)trainers. Wij zijn gespecialiseerd in het koppelen van gedragsmatige- en leeftijdsspecifieke kenmerken (fysiek, sociaal-emotioneel, cognitief en motorisch) aan het opleiden van jeugdspelers.
In onze individuele begeleiding en (bij)scholingen zijn wij uniek. Al onze scholingsmomenten zijn ontwikkeld vanuit de kennis die wij bij het opleiden van jeugdspelers en onze dagelijkse werkzaamheden met jeugd hebben opgedaan. Onze ondersteuning sluit aan bij de groeiende vraag van (jeugd)trainers naar het verkrijgen van gedragsmatige en leeftijdsspecifieke handvatten in de begeleiding van jeugdspelers.
Train To Score is geschikt voor elke (jeugd)trainer en sportvereniging die in de toekomst wil investeren. Wij werken hard aan onze missie: iedere jeugdspeler staat met een glimlach op het sportveld. Of dit nu gaat om een individuele begeleiding, een scholingsmoment tijdens een train-de-trainer bijeenkomst of een maatwerktraject. Wij bieden een optimale ondersteuning.
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders. Enige kennis van het opzetten en ontwerpen van een training is een pre.
De scholing:
Bij het optimaal nastreven van een leerproces geven leerdoelen richting aan het bereiken van een beoogd eindresultaat. In het maken van een ontwikkeling behoren leerdoelen acceptabel en realistisch te zijn. Ook moet het (jeugdige) brein dermate ontwikkeld zijn dat een leerdoel haalbaar is.
Een leerdoel is passend wanneer het aan de leeftijdsspecifieke kenmerken van (jeugd)spelers wordt gelinkt. Hierdoor worden leerdoelen van (jeugd)spelers haalbaar en kan een stapsgewijze voortgang in het leerproces worden nagestreefd. De leeftijd heeft daarmee een grote invloed op een leerdoel.
In het leerproces wordt de (jeugd)speler voorbereidt om op een passend moment een vervolg te geven in het bereiken van het eindresultaat. Het leerproces krijgt daardoor voortdurend een stapsgewijze ontwikkeling die gelinkt is aan de cognitieve (hersen)ontwikkeling van jeugdspelers.
Enkele voorbeelden:
Gedacht kan worden aan de overstap van een jeugdspeler naar de senioren. Het is denkbaar dat jeugdspelers die overstappen naar de senioren een puber en/of adolescenten leeftijd hebben. Deze levensfase kennen verschillende kenmerken die daardoor de leerdoelen en daarmee het leerproces beïnvloeden zoals: emotioneel reageren, moeilijk zelf kunnen plannen, een eigen mening (onhandig) uiten, etc…
Een ander passend voorbeeld is het leren ‘samen spelen’ bij de jongere jeugdspelers. Binnen het leren ‘samen spelen’ worden verschillende handelingen uitgevoerd. Te denken aan het kijken naar een afspeeloptie. De cognitieve (hersen)ontwikkeling van jeugdspelers tot ongeveer 9 jaar zijn op dat moment gericht op de individuele handelingen en kunnen scenario’s moeilijk overzien. De cognitieve (hersen)ontwikkeling van de oudere leeftijdscategorieën hebben een ontwikkeling doorgemaakt en zijn toe aan het samenwerken met anderen.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• De verschillende cognitieve (hersen)ontwikkelingen van jeugd
• De invloed van de cognitieve (hersen)ontwikkelingen op een leerproces
• Hoe om te gaan met verschillende cognitieve (hersen)ontwikkelingen
• Passende leerdoelen ontwikkelen en toepassen in het leerproces
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• Welke leerdoelen liggen in lijn met de cognitieve (hersen)ontwikkeling van jeugdspelers
• Het passend maken van leerdoelen
• Hoe een koppeling te maken tussen de cognitieve (hersen)ontwikkeling, oefenvormen en benaderingswijze
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Meer succeservaringen, ontwikkelpunten in het eigen leerproces zijn (beter) haalbaar
• Een snellere stapsgewijze ontwikkeling in het eigen leerproces
• Een veilige en prettige leeromgeving
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders. Enige kennis van het opzetten en ontwerpen van een training is een pre.
De scholing:
In de communicatie is het belangrijk dat een jeugdspeler de (jeugd)trainer begrijpt. Zonder een duidelijke boodschap te begrijpen stagneert het leerproces. Onduidelijke bedoelingen kunnen verwarring saaien waardoor jeugdspelers handelingen uitvoeren die afwijken van het leerdoel. Daardoor is het van belang tijdens een leerproces in een begrijpelijk (non)verbale taal te communiceren. In een begrijpelijke taal hebben alle gesprekspartners dezelfde verwachting van de (non)verbale communicatie.
Tijdens het communiceren met jeugdspelers kunnen sporttermen verwarrend zijn.
Enkele voorbeelden:
Gedacht kan worden aan de sporttermen ‘knijpen’ of ‘gooi de bal voor het doel’. De sportterm ‘knijpen beoogt het sprinten richting de bal of naar een ruimte. Wanneer een (jeugd)trainer van een jeugdspeler verwacht te gaan knijpen is het denkbaar dat de tegenstander in sommige leeftijdscategorieën een blauwe knijpplek krijgt. Bij de sportterm ‘gooi de bal voor het doel’ is het mogelijk dat de jeugdspelers uit de jongste leeftijdscategorie in de voetbalsport de bal in de handen oppakken om vervolgens met een slingerworp voor een doel gooien. In de plaats van de beoogde voorzet levert dat vanwege hands een vrije bal voor de tegenstander op.
Vertaalt in een begrijpelijke taal zou de (jeugd)trainer ervoor kunnen kiezen ‘sprint naar de bal’ of ‘schiet de bal naar een medespeler in de buurt van het doel’ te coachen.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Verschillen tussen een complexe en begrijpelijke (sport)taal
• Invloed van een begrijpelijke positieve (non)verbale communicatie op het leerproces van jeugdspelers
• Rekening houden met begrijpelijke (sport)taal
• Complexe (sport)taal vertalen naar positieve begrijpelijke (sport)taal
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• Specifieke sporthandelingen te herkennen
• Sporthandelingen concreet te benoemen
• Coachopmerkingen in positieve (sport)taal aan jeugdspelers overbrengen
• Leerdoelen specifiek en concreet te communiceren
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Begrijpt vaker wat de (jeugd)trainer verlangt
• Ontwikkelpunten uit het eigen leerproces zijn helder en specifiek
• Een snellere ontwikkeling in het eigen leerproces
De deelnemers:
Geschikt voor (jeugd)trainers. Enige kennis van het opzetten en ontwerpen van een training is een pre.
De scholing:
Situaties ontstaan in een fractie van een seconde waarop (jeugd)spelers direct moeten anticiperen. In een leerproces is het essentieel (jeugd)speler voor te bereiden op de handelingen die nodig zijn bij een ontstane situatie.
Het geven van duidelijk uitgangspunten van een intentie zijn dan ondersteunend bij het helpen bepaalde doelen te bereiken.
Enkele voorbeelden:
Te denken valt aan trainingen waarbij het ‘samen leren spelen’ centraal staat en het blikveld van deze leeftijd dat belemmeren (cognitieve ontwikkelingen). Ook kan gedacht worden aan een directieve benaderingswijze aan spelers die mee willen denken en geen ruimte krijgen een mening te kunnen geven, zoals pubers en adolescenten.
Ook kan gedacht worden aan een situatie waarbij het sportteam vlakbij het doel van de tegenstander de bal probeert te veroveren. Dit vereist van de verdedigers dat zij anticiperen op de ruimte achter de verdediging.
Een ander voorbeeld is dat wanneer de tegenstander op de eigen helft verdedigt en daarbij de onderlinge ruimtes erg klein houdt. In balbezit vergt dat andere inzichten van de spelers, bijvoorbeeld door de bal van kant-naar-kant te spelen in de hoop de onderlinge ruimte bij de tegenstander te vergroten.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Wat is een intentie
• Wat is de invloed van een formatie op een intentie
• In de praktijk: binnen een intentie van een speelwijze rekening houden met de verschillende cognitieve (hersen)ontwikkelingen
• In de praktijk: binnen een intentie van een speelwijze begrijpelijke positieve (sport)taal aan jeugdspelers overbrengen
• In de praktijk: binnen een intentie van een speelwijze coachopmerkingen specifiek en concreet te communiceren
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• In lijn met de cognitieve (hersen)ontwikkeling van jeugdspelers leerdoelen ontwikkelen die passen binnen een intentie van een speelwijze
• Een training ontwikkelen vanuit een leeftijdsspecifiek passend leerdoel die passen binnen een intentie van een speelwijze
• Communiceren van coachopmerkingen in een positieve begrijpelijke (sport)taal die passen binnen een intentie van een speelwijze
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Begrijpt vaker wat de (jeugd)trainer verlangt
• Autonomie in het oplossen van (sport)situaties
• Ontwikkelpunten uit het eigen leerproces zijn (beter) begrijpbaar, haalbaar, helder en specifiek
• Een snellere (stapsgewijze) ontwikkeling in het eigen leerproces
De deelnemers:
Geschikt voor (jeugd)trainers. Enige kennis van het opzetten en ontwerpen van een training is een pre.
De scholing:
Om een vaardigheid optimaal te laten beklijven is het noodzakelijk een vaardigheid regelmatig te trainen. Alleen dan kan de vaardigheid een optimale ontwikkeling doormaken.
Tijdens periodieke online begeleidingsmomenten (Teams) zullen de (jeugd)trainers gedurende het seizoen tweemaal samen met de docent een training ontwikkelen. Gedurende de begeleiding wordt de nadruk gelegd op het zelfstandig maken van trainingen waarbij leerdoelen passen bij de leeftijdsspecifieke kenmerken en coachopmerkingen in een begrijpelijke positieve (sport)taal worden gecommuniceerd.
Enkele voorbeelden:
Wanneer na een training iedere jeugdspeler 100 vrije ballen neemt zal de vrije bal uiteindelijk beter genomen worden. Door zelf meer trainingen te ontwikkelen zal de jeugdtrainer uiteindelijk zichzelf verbeteren het zelfstandig maken van een passende voetbaltraining.
De lesstof uit de voorgaande workshops worden tijdens deze individuele begeleidingsmomenten voortdurend herhaalt. Ook worden elementen uit de andere workshops aangestipt. Door de herhalingen beklijft het geleerde beter bij de (jeugd)trainer.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen (bij herhaling):
• Rekening houden met de verschillende cognitieve (hersen)ontwikkelingen
• Begrijpelijke positieve (sport)taal aan jeugdspelers overbrengen
• Coachopmerkingen specifiek en concreet te communiceren
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer (bij herhaling):
• In lijn met de cognitieve (hersen)ontwikkeling van jeugdspelers leerdoelen ontwikkelen
• Vanuit een leeftijdsspecifiek passend leerdoel een training ontwikkelen
• Communiceren van coachopmerkingen in een positieve begrijpelijke (sport)taal
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Begrijpt steeds beter wat de (jeugd)trainer verlangt
• Ontwikkelpunten in het eigen leerproces worden steeds helderder, specifieker en haalbaarder
• Een nog snellere ontwikkeling in het eigen leerproces
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders.
De scholing:
Gedrag bestaat uit verschillende (on)zichtbare of (on)bewuste acties. Sommige gedragingen worden vaak als onbegrijpelijk ervaren, zoals een opstandige en liegende puber. Daarentegen wordt het gedrag van een luisterende en behulpzame tiener doorgaans als prettig en begrijpelijk beschreven.
Alle gedragingen lokken voortdurend een reactie uit. Het is denkbaar dat de opstandige en liegende puber een dwingende of controlerende reactie bij een ander uitlokt.
Enkele voorbeelden
Gedrag kan vanuit verschillende invalshoeken worden verklaard. Te denken valt aan het gedrag dat ontstaat bij een ontwikkelingsstoornis (autisme) of puberende kinderen (puberbrein). Ook kan worden gedacht aan individuele gedragingen tijdens een teamontwikkeling (fasemodel Tuckman) en zodra gevoelens door eerdere ervaringen ontstaan.
Veel gedragingen komen voort uit een gebeurtenis die een bepaalde gedachte oproept. De gedachte veroorzaakt vervolgens een bepaald gevoel. Het gevoel beïnvloedt het gedrag. De uiting van het gedrag zal ten slotte het gevolg bepalen.
Een passend voorbeeld is een jeugdspeler die morgen een belangrijke wedstrijd speelt. Vorig seizoen speelde deze jeugdspeler tegen dezelfde tegenstander een uitermate zwakke wedstrijd. De negatieve gedachte kunnen vervelende gevoelens geven. De vorige wedstrijd speelde deze jeugdspeler immers erg zwak. Tijdens de wedstrijd is de onzekerheid terug te zien in het onzekere (voetbal)gedrag waardoor de jeugdspeler bekrachtigd in zijn gedachten en wederom zwak speelt.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Verschillende invalshoeken hoe gedrag te verklaren
• Waar komt gedrag vandaan
• Het beïnvloeden van gedrag
• Hoe omgaan met verschillende gedragingen
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• Gedrag te ontleden en herleiden
• Het (bij)sturen van gedrag
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Een diepere interesse van de (jeugd)trainer in de persoon achter het gedrag
• Minder belemmeringen in het persoonlijke groeiproces
• Een snellere ontwikkeling in het eigen leerproces
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders. Enige kennis van het opzetten en ontwerpen van een training is een pre.
De scholing:
Onderzoek wijst uit dat mensen effectiever een leerproces doormaken wanneer aandacht wordt besteed aan kwaliteiten en positieve ervaringen. Door de aandacht de besteden aan kwaliteiten en positieve ervaringen wordt de nadruk gelegd op positieve emoties, zoals plezier en hoop (perspectief). Het menselijke brein opent dan de een grotere ruimte waarin
gegroeid kan worden.
Enkele voorbeelden:
Door in de ontwikkeling van jeugdspelers de nadruk te leggen op de handelingen die nodig zijn bij het bereiken van een eindresultaat wordt de nadruk gelegd op positieve kwaliteiten of eerdere ervaringen. Daardoor ervaart de jeugdspeler een veilige en prettige leeromgeving. Gedacht kan worden aan een jeugdspeler die zonder te kijken de bal naar een tegenstander passt.
Door de desbetreffende jeugdspeler te coachen over de bal heen te kijken zodat afspeelopties zichtbaar worden coacht de jeugdtrainer met een positieve insteek gericht op de voetbalhandelingen die nodig zijn een resultaat te bereiken. De jeugdspeler zal daardoor een positieve handreiking ervaren en daardoor in een veilige omgeving een leerproces ervaren.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Verschillende tussen negatieve en positieve (non)verbale communicatie
• De invloed van negatieve en positieve (non)verbale communicatie op het menselijk gedrag
• Wat is positief coachen
• Hoe kan ik bij een verkeerd uitgevoerde handeling positief coachen
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• De invloed van (non)verbale positieve communicatie op het menselijk gedrag
• Hoe nadruk te leggen op de positieve (non)verbale communicatie
• Concrete tips te geven die helpen een handeling beter uit te voeren
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Een veilige en prettige leeromgeving
• Coachopmerkingen zijn begrijpelijk, concreet en ondersteunend
• Een snellere groei tijdens het leerproces
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders.
De scholing:
In het aanleren van nieuw (gewenst) gedrag beklijft het geleerde beter wanneer iemand in het zichzelf willen ontwikkelen zelfregie ervaart, en het geleerde onbewust is aangeleerd. Om een optimale ontwikkeling door te maken zal diegene zichzelf eigenaar moeten voelen van de gewenste verbetering(en). Het eigenaarschap stimuleert de persoonlijke intrinsieke motivatie in het zichzelf willen verbeteren.
Enkele voorbeelden:
Wanneer een rechtsbenige jeugdspeler zelf geen motivatie heeft een pass met het linkerbeen te willen verbeteren zal het leerproces minder snel verlopen. De (jeugd)trainer kan de intrinsieke motivatie stimuleren door de jeugdspeler uit te lokken een pass met het linkerbeen. Te denken valt aan een oefenvorm waarbij het score alleen telt wanneer in de periode van balbezit minstens één pass met het linkerbeen-/arm moet zijn voorafgegaan.
Ook kan worden gedacht aan een uitdagende spelvorm waarin jeugdspelers zelfstandig individuele doelstellingen formuleren en koppelen aan een gepersonaliseerde ‘fut card’. In een ‘fut card’ neemt de beoordeling toe wanneer doelstellingen worden bereikt. Hoe meer doelstellingen zijn behaald des te hoger de beoordeling van de ‘fut card’. Na het formulieren van de doelstellingen bepaalt de jeugdspeler zelf wanneer aan welke doelstelling gewerkt gaat worden. Het is denkbaar dat de jeugdspeler een sporthandeling in relatie met een linkerbeen-/arm als doelstelling formuleert zoals ‘in een wedstrijd pass ik drie keer met mijn linkerbeen-/arm’. Daardoor stimuleert een creatieve spelregel of een spelvorm de intrinsieke motivatie van de jeugdspeler.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Verschillen tussen externe en intrinsieke motivatie
• De invloed van intrinsieke motivatie op het leerproces
• Hoe kan ik mijn jeugdspelers intrinsieke motiveren
• Wat kan ik doen om een externe (onbewuste) focus verkrijgen die tot een onbewuste ontwikkeling met een duurzaam karakter leidt
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• Het stimuleren van een intrinsieke motivatie bij jeugdspeler
• Een externe (onbewuste) focus verkrijgen
• Hoe creatieve spelregels en hulpmiddelen in te zetten bij het verkrijgen van een intrinsieke motivatie
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Een vergroting van de zelfregie en de eigen invloed op het ontwikkelproces
• Meer aangereikte uitdagingen waarbij gewerkt kan worden aan het zelfstandig gekozen leerproces.
• Een toename in de intrinsieke motivatie
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders.
De scholing:
In een leerproces wordt de manier waarop de leerontwikkeling beschreven om daarmee specifieke leerdoelen te bereiken. Binnen een leerproces zal een geleidelijke verandering in houding en gedrag waarneembaar moeten worden. De verandering zal worden veroorzaakt wanneer een verandering succesvol is aangeleerd. De aangeleerde verandering beklijft beter wanneer zelf oplossingen worden ontdekken, experimenteren en/of door het gedrag van anderen te kopiëren. Ook worden doorgaans betere keuzes gemaakt wanneer een uitleg positief wordt gegeven.
Binnen een jeugdopleiding is het uitgangspunt jeugdspelers tijdens een leerproces tot een ontwikkeling te laten komen. In het leerproces van de jeugdspeler heeft de omgeving een belangrijke bijdrage in het beïnvloeden van het leerproces. Te denken valt aan een (jeugd)trainer, ouder en/of leider. Het is daarom belangrijk dat alle betrokkenen het gedrag laten zien naar wat nodig is bij een (onder)steunende rol in het versterken van het leerproces.
Enkele voorbeelden:
In de scholing leren de (jeugd)trainers, ouders en leiders wat jeugdspelers nodig hebben een leerproces door te maken. De jeugdspeler merkt meer ruimte te krijgen in het zelfstandig ontdekken van creatieve oplossingen.
Hierbij kan gedacht worden aan het vergroten van het bewustzijn bij de betrokkenen over de eigen invloed op het leerproces van een ander. Gedacht kan worden op de belemmering op het leerproces wanneer een jeugdspeler voortdurend gecoacht wordt in wat de betrokkene graag wil zien. Het leerproces van een jeugdspeler groeit wanneer oplossingen zelf worden ontdekt en ruimte wordt geboden zelfstandig te experimenteren.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Welke externe factoren een leerproces ondersteunt of verstoort
• Het omgaan met de leerprocessen van jeugdspelers
• Welke mogelijkheden heb ik als (jeugd)trainer het leerproces te beïnvloeden
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• Hoe externe factoren een leerproces kunnen ondersteunen
• Het toepassen van de leerprocessen
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Zelfregie tijdens het ontwikkelproces
• Een toename in oefenvormen met wedstrijdechte elementen (zoals richting, doelen, etc…)
• Meer vrijheid in het experimenteren tijdens het oplossen van sportsituaties
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders. Enige kennis van het opzetten en ontwerpen van een training is een pre.
De scholing:
Gedrag bestaat uit een verzameling van zichtbare handelingen zoals lopen of rennen. In algemene zin is een keuze het eindresultaat van een cognitief proces waarbij meerdere keuzemogelijkheden tegen elkaar worden afgewogen. Een gemaakte keuze krijgt meestal een vervolg doordat uit de veranderde situatie een nieuwe selectie van meerdere keuzemogelijkheden ontstaat. De keuze van gedrag te veranderen wordt vaak automatisch en onbewust gekozen. Op veel onverwachte momenten is het wenselijk snel te kiezen uit de verschillende gedragskeuzes.
Enkele voorbeelden:
Gedacht kan worden aan een situatie waarbij een jeugdspeler in balbezit is en door meerdere spelers van de tegenstander plotseling wordt ingesloten. Ook kan worden gedacht aan een jeugdspeler die een breedtepass onderschept en plotseling oog in oog komt te staan met de keeper van de tegenstander. Dergelijke situatie komen vaak voor en het maken van een oplossingsgerichte keuze is dan wenselijk.
In het oplossen van spelsituaties maken jeugdspelers voortdurend bewuste of onbewuste keuzes. Een bewuste keuze wordt vanuit het bewuste brein gemaakt. Bij een bewuste keuze weegt een jeugdspeler eerst de keuzemogelijkheden tegen elkaar af, voordat een oplossing wordt uitvoert. Een onbewuste keuze wordt vanuit het on(der)bewuste brein gemaakt. Bij een onbewuste keuze wordt de oplossing uitgevoerd zonder eerst andere mogelijkheden tegen elkaar af te wegen. Ten opzichte van het bewuste brein heeft het on(der)bewuste brein een grotere opslagcapaciteit. Het on(der)bewuste brein kent daardoor enerzijds meer mogelijkheden oplossingen op te slaan, en heeft anderzijds minder afwegingsmomenten.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Verschillen tussen het bewuste en onbewuste brein
• De voor- en nadelen van bewuste en onbewuste keuzes uit (sport)gedrag
• Hoe onbewuste (sport)gedragingen te herkennen, verklaren en beïnvloeden
• Welke mogelijkheden heb ik als (jeugd)trainer onbewuste (sport)gedrag te stimuleren
• Tips en trucs
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• De voor- en nadelen van een bewuste en onbewuste keuze
• jeugdspelers tot onbewuste keuzes te laten komen
• Hoe onbewuste keuzes te kaderen
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Een toename in het vinden van creatieve en onvoorspelbare oplossingen
• Oplossingen worden sneller gevonden
• De handelingssnelheid neem toe
• Een vermindering van stress
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders.
De scholing:
Een sportteam bestaat uit een verzameling individuen. Ieder individu heeft eigen specifieke kwaliteiten en eigenschappen. Om tot een maximale teamprestatie te komen werken alle individuen binnen een team samen. Door het optimaal benutten van elkaars kwaliteiten wordt het best mogelijke teamresultaat nagestreefd.
Binnen ieder team komt het voor dat spelers onderling op elkaar reageren. In een ideale (sport)wereld accepteren spelers de onderlinge reactie van elkaar, waardoor de teamprestatie verbetert. Ondanks alle welwillende intenties zijn er situaties denkbaar dat een reactie tot een vermindering van de teamprestatie leidt.
Enkele voorbeelden:
Te denken valt aan een boze reactie op een coachopmerking waardoor spelers onderling geïrriteerd raken. Tot het irriterende moment kon de geïrriteerd geraakte speler de aandacht volledig wenden aan het uitvoeren van de individuele sporthandelingen. Na het irriterende moment verdeeld de speler de aandacht onbewust over twee situaties, te weten: 1) de irritatie en 2) het uitvoeren van de individuele sporthandelingen. Het irriterende moment leidt daarmee tot een afname van de concentratie en tot een vermindering van de teamprestatie.
Het teamresultaat wordt beter wanneer spelers onderling weten hoe iemand in (sport)situaties denkt, waarom deze gedachten ontstaan, wat diegene dan voelt en hoe een speler op dat moment reageert. Deze kennis helpt spelers eenvoudiger de gevolgen van een reactie te overzien en ook beter in te schatten hoe men een teamgenoot tijdens (sport)situaties kunnen helpen. Daardoor kunnen de spelers geconcentreerd blijven op het optimaal uitvoeren van de sporthandelingen waardoor het best mogelijke teamresultaat het logische gevolg is.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Verschillen tussen kern-emoties en secundaire emotionele reacties
• De kettingreactie tussen gebeurtenissen, gedachten, gevoelens, gedragingen en gevolgen (5G-schema)
• De functie van kern-emoties
• Hoe onbewuste kern- en secundaire emoties te herkennen en verklaren
• Welke mogelijkheden heb ik als (jeugd)trainer kern- en secundaire emoties te beïnvloeden
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• Secundaire emotionele reacties te herleiden aan kern-emoties
• Gebeurtenissen, gedachten, gevoelens, gedragingen te koppelen aan gevolgen (toepassen 5G-schema)
• Het voeren van gesprekken met (jeugd)spelers over kern-emoties en secundaire emotionele reacties
• De eigen kern-emoties en secundaire emotionele reacties te herkennen
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Een toename in de onderlinge acceptatie
• Bewust te zijn wat de speler tijdens (sport)situaties nodig heeft
• Beter in te kunnen schatten wat teamgenoten tijdens (sport)situaties nodig hebben
• Een veilige en prettige leeromgeving
De deelnemers:
Geschikt voor zowel (jeugd)trainers, leiders en ouders.
De scholing:
In het streven naar persoonlijke of teamgerichte groei is het inzicht van een ontwikkelingsbehoefte de eerste stap om vooruit te komen. Te denken valt aan het aanleren of verbeteren van een (sport)handeling en het veranderen van een bestaande omgangsvorm. Na het inzien van een ontwikkelingsbehoefte kunnen met ontwikkelingsmogelijkheden de volgende stappen voorwaarts worden gezet. De ontwikkeling stopt zodra niets veranderd. De huidige uitvoering van een (sport)handeling of omgangsvorm wordt voortdurend op het huidige niveau herhaald. Hierdoor wordt het huidige niveau uiteindelijk een hardnekkig patroon die steeds lastiger te veranderen valt. Voor het maken van de stappen in een ontwikkeling kan intervisie worden ingezet.
Enkele voorbeelden:
Intervisie is een overlegvorm waarbij een specifieke casus in groepsverband wordt behandeld. Het doel is verkrijgen van inzicht op de eigen rol en het uitwisselen van kennis zodat alle deelnemers de eigen deskundigheid bevorderen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de verschillende stappen van een ontwikkelingsproces, zoals de leercurve van Maslow.
Tijdens intervisie wordt een onbewuste ontwikkelingsbehoefte stapsgewijs veranderd naar het automatisch uitvoeren van een nieuwe vaardigheid of nieuw gedrag. Daarmee draagt intervisie bij aan zowel de persoonlijke als teamgerichte groei.
Tijdens de bijscholing behandelde onderwerpen:
• Wat is intervisie
• De leercurve van Maslow
• Verschillen tussen gesloten en vraag verhelderende vragen
• Intervisie in de praktijk
In de bijscholing leert de (jeugd)trainer:
• Vraag verhelderende vragen te stellen
• Inzicht te krijgen in de leercurve van Maslow (onbewust onbekwaam, bewust onbekwaam, bewust bekwaam en onbewust bekwaam)
• Een ontwikkelingsbehoefte concreet te specificeren
• De eigen ontwikkelingsbehoefte te herkennen
• Intervisie met (jeugd)spelers, (jeugd)trainers en andere betrokkenen in de praktijk uit te voeren
Door de bijscholing merkt de jeugdspeler:
• Een toename van het (zelf)inzicht in de eigen ontwikkelingsbehoefte
• Beter in te kunnen schatten wat teamgenoten nodig hebben
• Een breed gedragen aanpak tijdens een ontwikkelingsproces
• Een veilige en prettige leeromgeving
Per deelnemer kost een bijscholing € 42,50. Daarbij geldt een minimale totaalprijs van € 350,- (exclusief reiskosten).
De totaalprijs van een scholing is gemaximeerd op € 550,-.
Alle genoemde prijzen zijn exclusief BTW.
Onze scholingen vallen onder het Sportakkoord van het NOC*NSF.
Wij komen graag in contact om onze dienstverlening te bespreken.
joost@traintoscore.com
+31 612102857
Traintoscore.com
Entinge 34
9472 XK Zuidlaren
Copyright 2024 – Traintoscore.com
Uitgegeven in eigen beheer
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.